Niels Klein

Onderwijs

Werkcolleges Inleiding tot het Recht (1e Bachelor Rechten).

Onderzoek

Mijn doctoraal onderzoek gaat over artikel 195 van de Grondwet, dat de procedure uiteenzet om de Grondwet te wijzigen. Dit artikel is sinds de totstandkoming van de Belgische Grondwet in 1831 niet meer gewijzigd en wordt vanuit verschillende oogpunten bekritiseerd. Hedendaags België is tevens een federale staat, wat betekent dat deze de wetten van het federalisme moet naleven. Een van deze wetten is participatie, wat inhoudt dat de deelstaten een medebeslissingsrecht hebben bij federale besluitvorming. Een grondwetswijziging is een voorbeeld van federale besluitvorming, waardoor de deelstaten aldus betrokken moeten worden. Dit zou gebeuren via de Senaat, in haar hoedanigheid als ontmoetingsplaats van de deelstaten. De vraag rijst echter of dit een voldoende mate van van participatie omvat bij het modificeren van de Grondwet. Verder krijgen de Belgische burgers inspraak tijdens de procedure om de Grondwet te herzien, door middel van de verplichte verkiezingen die plaatsvinden telkens de federale overheid de hoogste interne rechtsbron wil wijzigen. Grondwetsherzieningen zijn echter zelden tot nooit de inzet van verkiezingen, waardoor deze vorm van burgerinspraak haar waarde grotendeels verloren heeft en het loont na te gaan of andere vormen van burgerparticipatie mogelijk zijn. Het onderzoek dat ik verricht, bestudeert deze drie knelpunten en onderzoek hoe deze verholpen zouden kunnen worden.