Titel
Tussen Sanctie en Straf: artikel 6 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de Administratieve Sanctieprocedure van de Nationale Bank van België bij Niet-Naleving van de Preventieve Anti-Witwaswet van 2017.
Onderzoeksdiscipline
Strafrecht en strafprocesrecht
Abstract
Witwassen vormt een bedreiging voor de samenleving. In België wordt jaarlijks naar schatting €16 miljard witgewassen, wat Anti-Money Laundering (AML)-handhaving cruciaal maakt. Tijdens de sanctieprocedure van de Nationale Bank van België (NBB) kunnen zware administratieve sancties worden opgelegd aan financiële instellingen bij niet-naleving van de Preventieve Anti-Witwaswet van 2017 (tot €5.000.000 of 10% van de jaarlijkse netto-omzet). Gezien het punitieve karakter van deze sancties moeten de strafrechtelijke waarborgen van artikel 6 EVRM worden nageleefd. De verdediging werpt echter schendingen op, wat leidt tot rechtsonzekerheid.
Dit onderzoek zal nagaan hoe een AML regelgevend kader in 2025 kan worden ontwikkeld dat bestaande mechanismen versterkt, terwijl het voldoet aan de vereisten van artikel 6 EVRM. De hypothese is dat de huidige sanctieprocedure van de NBB de noodzakelijke waarborgen niet voldoende incorporeert. Om dit te bestuderen, zal ik juridisch en empirisch onderzoek combineren door middel van observatiestages, rondetafelgesprekken en onderzoeksverblijven. Daarnaast zal ik de invloed van supranationale entiteiten op de Belgische sanctieprocedure van de NBB onderzoeken, aangezien dit een directe invloed heeft op de verdedigingsstrategie van de betrokken financiële instellingen. Het verwachte resultaat is de ontwikkeling van een nieuw hybride administratief-strafrechtelijk (‘criministratief’) kader dat de naleving van artikel 6 EVRM verbetert en efficiënter is.